dinsdag 25 oktober 2011

Empathie en compassie, zoek de verschillen?

Vandaag dan toch nog met enige vertraging een reactie op het derde en laatste artikel van Bram Hengeveld waarin hij zich onder andere afvraagt of compassie volgens mijn lezing alleen voor de doelgroep chronische zorgvragers als instrument kan worden ingezet; in hoeverre het een probleem is dat zorgverleners zich in hun werk soms afsluiten; en of etiquette een voorwaarde is voor compassie. Interessante vragen die uiteraard om reactie vragen!

De vraag of liever gezegd de conclusie dat compassie als instrument beperkt blijft voor chronisch zieke zorgvragers, wil ik toch graag tegenspreken. In mijn betoog stel ik dat compassie een passende reactie is bij blijvend verlies. Dat wil niet zeggen dat compassie alleen bij blijvend verlies gepast is. Wat ik hier aan probeer te geven is dat het van belang lijkt om onderscheid te maken tussen wat je zou kunnen noemen klein leed en groot leed. Klein leed, zoals een gebroken been, de bekende blindedarm operatie (hoewel ik me realiseer dat je daar ook iets blijvend kwijt raakt, maar ik geloof toch niet dat iemand het erg zal missen om zonder blindedarm door het leven te moeten), zijn vervelend, naar, kunnen pijnlijk zijn maar gaan weer over zonder veel nare consequenties. Groot leed houdt wel verlies in dat blijft, dat elke dag weer meegedragen moet worden. Dergelijk leed is van een andere orde. Compassie is in die situaties meer nodig, overigens zonder onderscheid te maken tussen verschillende soorten blijvend leed, omdat blijvend leed nu eenmaal erger is. Daarmee is compassie nodig voor veel zorgvragers. Voor kankerpatiënten bijvoorbeeld omdat die, zelfs bij genezing, nog altijd moeten leven met de angst of de kanker niet terugkomt. Voor CVA patiënten, trauma-patiënten of patiënten na een hartinfarct wanneer er op een of andere manier restverschijnselen zijn. Denk ook aan psychiatrische cliënten die dagelijks met hun ziekte moeten leven. En zo zijn er teveel patiënt categorieën om hier op te noemen. Het punt is dat ernstig leed niet te wegen is in een vergelijking maar zich wel onderscheidt van klein leed.  
Dan het onderzoek van Cheng (2007) dat aangeeft dat acupuncturisten zich afsluiten tijdens hun pijnlijke werk. Ze 'zetten hun spiegelneuronen dus even uit' om het populair te stellen. Ik vind het onderzoek wat mager om generaliserend te stellen dat artsen en verpleegkundigen (in het onderzoek deden toch geen reguliere artsen en/of verpleegkundigen mee?) leren om, in de loop van hun carrière, minder emotioneel betrokken te zijn. Ik erken dat dit bij sommige zorgverleners gebeurt, maar ik heb in mijn onderzoek ook genoeg zorgverleners gesproken die aangaven dat zij juist in de loop van hun werkende leven meer emotioneel betrokken zijn bij hun zorgvragers. Uit het onderzoek blijkt dat dit 'afsluiten' vooral bij het verrichten van  pijnlijke handelingen plaatsheeft. Ik heb daarom eigenlijk weinig toe te voegen aan de conclusie die in het artikel zelf wordt getrokken:

'With experience, the acupuncturists know that their actions are painful for their patients and have learned to repress their own automatic responses to the sight of pain. That may sound cold, but it's essential for operating a successful practice.'

Is etiquette een voorwaarde voor compassie? Ik moet zeggen dat ik het begrip etiquette nog niet eerder ben tegengekomen in relatie tot compassie, en ik heb toch aardig wat literatuur verwerkt in de afgelopen jaren. Wel wordt het begrip respect genoemd, dat wellicht te relateren valt aan etiquette, maar dat vraagt nader onderzoek lijkt me. Empathie is wel een begrip dat steeds in relatie met compassie wordt benoemd. Veelal wordt empathie als synoniem van compassie benoemd. Dit gebeurt ook in Empathy or Etiquette. Daar wordt een affectief, cognitief en gedragsaspect en de wederkerigheid van empathie benoemd. Deze aspecten zijn kenmerkend voor een emotie wanneer je een emotie opvat als een intelligent oordeel, zoals bijvoorbeeld Nussbaum dat doet. Het blijft uiteraard een semantische kwestie maar ik zou empathie, of inleving toch graag willen reserveren voor de beschrijving van het neutrale vermogen om je in de ander te verplaatsen. Empathisch vermogen betekent dat je het in huis hebt om je te kunnen inleven, je kunt het, maar dat is nog niet hetzelfde als ook daadwerkelijk invoelen, er over nadenken en bewust naar handelen en in je gedrag je meegevoel, mededogen laten zien. Compassie kun je daarnaast ook als samengesteld geheel van communicatieve vaardigheden en gedrag verwoorden zoals in de zeven dimensies die ik in mijn  onderzoeksresultaten heb beschreven. Het vermijden van oogcontact of het 'over het hoofd van een patient' spreken, de voorbeelden in het artikel, kun je natuurlijk als een gebrek aan etiquette of beleefdheid bestempelen maar even zo goed als een gebrek aan communicatieve vaardigheden. Bepaald specifiek gedrag is wel vaker onderdeel van meerdere fenomenen. Of etiquette daarmee voorwaarde voor compassie is, zou toch nader onderzoek vergen vermoed ik, wie biedt zich aan?

maandag 5 september 2011

Verpleegkundig handelen: meer dan helpen alleen?

Zoals ik had beloofd volgt hier mijn reactie op het 2e artikel van mijn collega Bram Hengeveld waarin hij zich onder andere afvraagt of compassie methodisch is toe te passen en een link legt tussen mijn beschrijving van compassie en het begrip 'handelen' van de filosofe Hannah Ahrendt. Daarnaast doet hij een poging de dimensie helpen in de 4 fasen van zorg volgens JoanTronto in te passen, en behandelt hij en passant Van Heijst's Menslievende Zorg.

Methodisch compassioneel handelen?
In hoeverre compassie methodisch is toe te passen weet ik niet, ik heb participanten daar niet specifiek op bevraagd. Een zekere volgordelijkheid dringt zich in de beschrijving van de dimensies wel op, maar ik zou dat niet als vaststaand gegeven willen propageren. Eerder denk ik aan situationeel 'gebruik' van de dimensies. Je kunt, in analogie met de rouwfasen van Kubler-Ross, denken aan een individueel verloop dat in elke zorgrelatie een eigen invulling krijgt. In mijn verdere analyses, waarin ook een aanvullend focusgroep-onderzoek dat ik afgelopen voorjaar verrichtte is betrokken, blijkt overigens dat opmerkzaamheid, als specificatie van de dimensie aandacht, een rol speelt in de zorgrelatie tussen chronisch zieke oudere en zorgverlener. Die bevindingen zal ik overigens t.z.t. in mijn proefschrift publiceren.  Dat de beschrijving van mijn dimensies associaties oproepen met sociale/relationele vaardigheden is overigens natuurlijk volledig correct. Compassie is een construct, zoals ik eerder beschreef, waarin affectieve, cognitieve en wils- en gedragscomponenten te vinden zijn. Wanneer je de piramide van Bateson erbij pakt is ook duidelijk dat je capaciteiten/vaardigheden nodig hebt en dat deze tot uiting komen in je, al dan niet compassioneel gedrag. In dat verband is het onderzoek dat Uitterhoeve e.a. (2008, 2009) deed bij oncologieverpleegkundigen ook erg interessant vanwege de gebruikte categorisering in zowel de mogelijke signalen die een patiënt kan geven als de mogelijke adequate en niet adequate respons die verpleegkundigen kunnen geven.

Verpleegkundig handelen als 'praktijk'.
Dan legt Hengeveld een link tussen mijn beschrijving van de dimensie aandacht, waarbij 'de ontmoeting van mens tot mens' wat mij betreft een steeds terugkerende aangelegenheid is, en het begrip handelen volgens Ahrendt. Ik vrees dat het hier wat te ver voert om helemaal uit te pluizen of er steekhoudende argumenten zijn om (de dimensies van) compassie als Ahrendt's begrip handelen te beschouwen. Zo weet Van Heijst helder uiteen te zetten dat er aan Ahrendt's indeling van menselijke activiteiten in arbeiden, maken en handelen ook wel wat bezwaren kleven in relatie tot het begrip zorg of zorgen. Maar ik kan me goed vinden in Van Heijst' (2005) haar gebruik van Ahrendt's begrip wanneer ze stelt dat zorgen een vorm van handelen betreft, wanneer dat handelen wordt opgevat als praktijk (praxis) waarin mensen elkaar ontmoeten en waarin duidelijk wordt wie de ander is. Het 'elkaar leren kennen' als unieke mens helpt, ook volgens participanten in mijn onderzoek, de zorgrelatie vorm te geven als een goede zorgrelatie waarin compassie plaatsvindt. Wie je bent in relatie tot de ander is in het zorgen van belang, en bepaalt, steeds opnieuw, hoe die zorg er dan uitziet.

Professionaliteit versus betrokkenheid.
Vervolgens vraagt Hengeveld zich af of 'compassie een balansstok voor het koorddansen over de grens tussen betrokkenheid en professionaliteit kon zijn'. Ik vind het frappant, maar ook bezwaarlijk dat professionaliteit hier in, zo lijkt het, een tegenstelling tot betrokkenheid wordt geplaatst. Frappant, omdat inderdaad professioneel afstand houden als norm in de zorgende beroepsgroepen wordt gezien. Zo meldt bijvoorbeeld de Nationale Beroepscode in artikel 2.12 dat de professionele grenzen in acht moeten worden genomen, hetgeen doelt op onder andere machtsmisbruik, maar ook op het aangeven van de eigen grenzen. Wat daarmee bedoelt wordt is helaas niet nader toegelicht, maar ik stel me zo voor dat het dan ook kan gaan om het risico de narigheid en zorgen van een patiënt mee naar huis te nemen vanuit een, inderdaad, te grote betrokkenheid. Waarom vind ik het dan toch bezwaarlijk dat professionaliteit tegenover betrokkenheid geplaatst wordt? Omdat er volgens mij sprake is van een denkfout. Natuurlijk moet je zien te voorkomen ten prooi te vallen aan wat sommigen compassiemoeheid noemen (Knobloch Coetzee & Klopper, 2010), dat sluit echter nabijheid of betrokkenheid niet uit. Het betekent vooral dat je ook goed voor jezelf moet zorgen, om het maar eens populair te stellen. Je moet uiteraard in je werk de ander centraal stellen, maar dat kun je alleen doen wanneer je op andere momenten je eigen belangen behartigt. Dat neemt niet weg dat het moeilijk kan zijn om je te laten raken wanneer je bijvoorbeeld bang bent dat jouw eigen 'meelevende' emoties zoals angst en verdriet je teveel in de weg gaan zitten. De vraag is dan wel of het nog wel gaat over de emoties van de ander of dat er sprake is van projectie van eigen emoties.

Compassie en Zorg volgens Tronto
Tronto met haar 4 fasen van zorg geven een mooi houvast om te kijken naar de relatie tussen compassie en zorg. Ik kan in Tronto's  'Moral boundaries, a political argument for an ethic of care' niet zo terugvinden dat 'geraakt worden' pas in fase 4 zou plaatsvinden. Tronto benoemt vanuit de 4 fasen ook 4 ethische elementen van zorg. Ten eerste attentiveness, hetgeen je analoog zou kunnen stellen met de dimensie aandacht of opmerkzaamheid, Van Laere & Gastmans (2010) noemen dit in 'Zorg aan Zet' aandachtigheid. Dan als 2e ethisch aspect: responsability: verantwoordelijkheid, het zou interessant zijn Tronto's uitleg over dit begrip eens te vergelijken met de uitleg die Grypdonck er aan geeft, aangezien verantwoordelijkheid ook in haar theorie integrerend verplegen een centraal begrip is. Dan als 3e ethisch element: competence  hetgeen door Van Laere & Gastmans met deskundigheid wordt vertaald. Als laatste begrip noemt Tronto dan: responsiveness, responsiviteit, hetgeen een soort evaluatieve waarde betreft, waarin nagegaan wordt in hoeverre de gegeven zorg aan de zorgbehoefte heeft voldaan. Wanneer je kijkt naar 'geraakt worden' is dat het affectieve onderdeel van compassie, waarin je haast voelt (denk aan de spiegelneuronen), meevoelt met leed, verdriet, pijn van een ander. Dat gevoel is onderdeel van compassie en een aanleiding om vervolg te geven in gedrag zoals dat in de dimensies van compassie staat beschreven. Ik zou me ook kunnen voorstellen dat op gezette tijden dit gevoel van geraakt worden tijdens de zorgrelatie terugkomt bij een verpleegkundige. Als dat zo is, dan zou je denken dat geraakt worden als onderdeel van compassie in alle 4 fasen Tronto's ethic of care terug kan komen. Ook leuk om eens nader te onderzoeken! 
De dimensie helpen plaats Hengeveld in de 3e fase van care-giving: zorgen. In Tronto's definitie van deze 3e fase is zorgen 'the direct meeting of needs for care'. Dit is de fase waarin de praktische zorgverlening plaatsvind.  Hoe we dit daadwerkelijke handelen in Ahrendt's filosofie dan moeten beschouwen vind ik dan nog wel een lastige vraag, aangezien ze voor activiteiten die nodig zijn voor het voldoen aan de biologische behoeften van de mens de term arbeiden hanteert. Helpen van de zieke mens bestaat voor een deel uit dat routinematige zorgen voor voeding, drinken, lichamelijke hygiëne etc. Het zorgdragen voor het vervullen van die basale Mazlov behoeften wordt wellicht nog wel het meest geassocieerd met zorgen en verplegen. Maar in mijn onderzoek wordt onder helpen ook verstaan: meedenken en meedoen. Meedenken en daarop gevraagd en ongevraagd handelen in datgene wat patiënten als problemen ervaren. Dat soort handelen houdt meestal in dat er iets geregeld wordt, bijvoorbeeld het regelen van thuiszorg vanuit een ziekenhuisopname of het regelen van een afspraak of het bemiddelen tussen verschillende zorgverleners van een patiënt. Dat is wat we de regiefunctie, coördinatie van zorg of de 'advocaat van de patiënt'-rol van verplegen noemen. In dat soort helpen zit ook, naast het aspect deskundigheid van Tronto, ook heel sterk het aspect verantwoordelijkheid dat zij zelf aan de 2e fase 'taking care of' (zorg op zich nemen) koppelt. Ik wil maar zeggen: het is toch nog niet zo eenvoudig de dimensies van compassie 'in te delen'. 

Verpleegkundig handelen: Helpen en meer! 
Mijn overpeinzingen naar aanleiding van de door Hengeveld aangedragen ideeën leiden vooralsnog tot de conclusie dat de dimensies zich nog niet zo makkelijk laten vatten in categorieën of fasen in andere theorie, ongeacht of dit nu Ahrendt, Tronto of theorie die methodisch handelen als basis heeft betreft. Maar dat neemt niet weg dat het zeer de moeite waard is te blijven nadenken over verbanden tussen de uitkomsten van mijn onderzoek en theorie over (verpleegkundige) zorg. Want voortbouwen op al bestaande kennis voegt hopelijk kennis toe aan onze 'body of knowledge’, zoals dat zo mooi heet.
In een reactie op het blog van Hengeveld wordt een verband gelegd met nog een andere theorie, namelijk die van Jean Watson (Jean en geen Jane! zei de juf ). Dat is mooi opgemerkt want theorie uit de humanistische verpleegkunde, zoals van Watson, maar ook bijvoorbeeld Travelbee, heeft veel te bieden waar het gaat om het plaatsen van concepten zoals empathie en compassie in de verpleegkundige zorg. In mijn proefschrift zal ik mede daarom een hoofdstuk wijden aan compassie in verpleegkundige theorie en de geschiedenis van verpleegkundige zorg. 

Tot zover de dialoog tussen Hengeveld en van der Cingel voor dit moment, ik ben benieuwd naar eventuele reacties en verder: wordt vervolgd!

vrijdag 12 augustus 2011

Zorg geen core business voor verpleegkunde?

Naar aanleiding van de compassionforcare conferentie (http://www.compassionforcare.nl/ ) afgelopen voorjaar schreef mijn collega-spreker, verpleegkundige en columnist bij Nursing  Bram Hengeveld een 3-tal artikelen naar aanleiding van mijn onderzoek. Bij deze een reactie naar aanleiding van een literatuurverwijzing in het 1e artikel.
 
Het 1e artikel 'Compassie volgens van der Cingel, het grote gemis in de verpleegkunde'  geeft een prima verkorte weergave van mijn onderzoek. Hengeveld doet daarnaast een poging de discussie over de controverse kwalitatief en kwantitatief onderzoek in de verpleegkunde een slinger te geven, maar helaas reageert daar niemand op terwijl het hoogst interessante artikel van Paley (2002) waar Hengeveld naar verwijst toch genoeg aanleiding geeft. Paley doet namelijk op diverse fronten een aantal boude beweringen. Niet alleen doet Paley een stevige aanval op met name fenomenologisch onderzoek in de verpleegkunde dat wat hem betreft kennelijk geen echte wetenschap ('proper science') is ; hij stelt tevens dat 'caring' niet de kern van nursing is maar dat management van 'recovery en rehabilitatie' dat zijn. Zorg (caring) is wat hem betreft een extraatje en geen 'core-business' voor verpleegkundigen. Hij noemt met name Watson als exponent van de stroming verpleegkundige theoritici die dat wel doen. Mij lijkt dat hij daarmee een grote groep zorggebruikers, waaronder met name chronisch zieke ouderen voor wie herstel noch rehabilitatie (er is immers geen sprake van psychiatrische zorgvragen) niet aan de orde is,  in de kou laat staan. Om maar niet te spreken over de wijze waarop hij een aantal respectabele theoretici wegzet, maar dat terzijde. Daarmee is hij nog niet klaar, Paley tracht vanuit Nietzsche's Genealogy of Morality te verklaren dat de verpleegkunde als professie in een soort machtspolitieke strijd met het ' medisch model' is verzeild geraakt en dat bepaalde verpleegkundige theoritici daarmee de verpleegkunde tot moreel superieur aan het medische domein proberen te maken. Los van de vraag of deze beschuldiging terecht is; interessant aan deze redenatie is de poging om de verhouding tussen geneeskunde en verpleegkunde (of gaat het hier eigenlijk over de verhouding tussen artsen en verpleegkundigen?),  in termen van macht te analyseren. Jammer genoeg benadrukt Paley uiteindelijk vooral de impliciete veronderstelling dat de verpleegkunde zich pas bewijst wanneer ze 'echte' wetenschap gaat bedrijven. Mijn voorkeur zou toch zijn juist niet de machtspolitieke strijd aan te gaan en vooral om ons als verpleegkundige discipline niet als vanzelfsprekend in de positivistische traditie, waarin maar 1 waarheid en werkelijkheid bestaat, van het reductionistische 'medisch model denken' mee te laten zuigen. 
Het begrip compassie, volgens Nietzsche dan, haalt Paley ook nog aan, zonder overigens echt een relatie te leggen tussen zorg en compassie. Paley gebruikt 'pity' en 'compassion' als synoniemen. Hij geeft m.i. wel een correcte weergave van Nietzsche's opvatting over compassie, maar ziet helaas over het hoofd dat hier sprake is van een semantische verwarring, zoals ik bespreek in mijn 1e artikel 'Compassie als antwoord op leed. Daar beschrijf ik hoe Cartwright (1988) tot de conclusie komt dat Nietschze's 'Mitleid' over de  neerbuigende vorm van medelijden gaat en dat dit een andere emotie betreft dan compassie.   
 
Kortom, genoeg stof tot nadenken en discussie! Zeker gezien de uitkomsten van mijn mijn onderzoek (maar ja, dat is geen harde wetenschap...) die nu juist wel aanleiding geven te veronderstellen dat zorg,  'caring about', 'taking care' en 'care giving'  om met Tronto te spreken, en compassie wel degelijk kernconcepten voor de verpleegkunde zijn. Overigens heb ik inmiddels, in aanvulling op het door Hengeveld besproken onderzoek waarin ik verpleegkundigen en chronisch zieken individueel interviewde, 6 focusgroepinterviews gehouden. Ook hier sprak ik, in een gemengde groep-samenstelling, met chronisch zieke ouderen en verpleegkundigen-verzorgenden. Over de uitkomsten van dit onderzoek  zal ik uiteraard ook op dit blog gaan berichten. 
 
Wat betreft mijn reactie op de artikelen van Hengeveld: wordt vervolgd!

donderdag 23 juni 2011

Toenemende aandacht voor compassie in publicaties over verpleegkundige zorg!

Recentelijk (april 2011) verscheen in Advances in Nursing Science  het artikel ‘Evidence of the unspeakable; Biopower, Compassion and Nursing’ van Jane M. Georges, waarover in bijgaande bespreking: Compassie, strijd of synthese met evidence based handelen? meer. In haar artikel zet Georges   ‘compassion’ centraal. Nu  kun je, voor wie er op let,  met enige regelmaat artikelen zien verschijnen in verpleegkundige vak- en wetenschappelijke tijdschriften waarin compassie aan de orde komt, dus dat is niet zo opmerkelijk. Toch kon ik de gedachte dat ik het begrip compassie steeds vaker in publicaties tegenkwam niet helemaal onderdrukken. Ik besloot daarom tot een ‘quick en dirty’ onderzoekje in de databank Cumulative Index for Nursing and Allied Health Literature (Cinahl). Er  bleek, tot mijn genoegen, vanaf 2003 een gestage toename te zien van publicaties met het woord ‘compassion’ in de titel. Steekproefsgewijs heb ik ook nog even 1995 gecheckt om te zien of ik mogelijkerwijs een opleving in de jaren negentig over het hoofd zag. Maar nee, compassie was toen nog minder in de mode. Het zijn geen wereldschokkende aantallen, zoals u in de tabel kunt zien, dat geef ik grif toe. Toch valt niet te ontkennen (dit zijn immers harde cijfers): er is een lichte stijging waar te nemen, hoewel te hopen valt dat 2010 geen trendsetter voor een daling inhoudt. Nee, laten we eens hoopvol stellen dat compassie meer in beeld komt in de zorg- en verplegingswetenschappelijke wereld!

jaartal
Aantal publicaties met ‘compassion’ in de titel
1995
14
2003
26
2004
38
2005
53
2006
51
2007
58
2008
65
2009
73
2010
61
2011 t/m mei
39  (exp. hele jaar:83)


donderdag 10 maart 2011

Recensie boek Armstrong

Armstrong's compassie: lovenswaardige intentie slaat de plank net mis. 

Het boek ‘Twelve steps to a compassionate life’ van Karen Armstrong (2011), in het Nederlands vertaald met ‘Compassie’, is de weerslag van Armstrong’s gedachtegoed dat in november 2009 leidde tot een wereldwijde introductie van een ’Charter for Compassion’. Deze charter bevat een aantal lovenswaardige stellingen en roept op tot compassievol gedrag. In het boek vat Armstrong haar denken over compassie samen in de zogenoemde ‘golden rule’ en, zoals de titel al doet vermoeden, in een 12 stappenplan. Alle belangrijke levensbeschouwingen bevelen, volgens Armstrong, compassie aan via de gouden regel: ‘Do not treat others as you would not like them to treat you’ of anders geformuleerd ‘Always treat others as you wish to be treated yourself’.
Hoe nastrevenswaardig de intenties en voorgestelde acties van Armstrong met het charter en haar boek ook mogen zijn, op haar denkwijze over compassie en de fundering van haar opvattingen valt helaas nogal wat af te dingen. Verder lezen in deze recensie? Kijk op: Recensie Armstrong 2011 .

woensdag 16 februari 2011

CompassionforCare conferentie op 26 februari

Geinspireerd door het charter for compassion (Karen Armstrong) zijn het Radboud Reshape & Innovation Cente, IFMSA-NL (International Federation of Medical Students Associations) en TEDxMaastricht (het Europese podium voor slimme ideeën, onverschrokken denkers en vernieuwers in de gezondheidszorg) Compassion for Care gestart. Zaterdag 26 februari is de startconferentie. Zie het programma op:
http://www.compassionforcare.com/

Dit zijn de sprekers die op 26 februari aanstaande op onze startconferentie in Nijmegen onder de deskundige gespreksleiding van Cindy Cloin hun mening zullen geven over de urgentie van compassie in de zorg:
Bart Berden – lid van de raad van bestuur van het Sint Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg en hoogleraar bijzonder hoogleraar ‘Organisation Development in Hospital Care’ aan de TiasNimbas Business School van de Universiteit van Tilburg. Het Elisabeth Ziekenhuis wil ‘Het liefste ziekenhuis’ van Nederland’ worden.
Gonny ten Haaft – is freelance journalist en werkt voor ZonMw, de organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie. Voor haar boek Dokter is ziek voerde Gonny ten Haaft indringende gesprekken met artsen, verpleegkundigen en managers die ziek zijn, of ziek zijn geweest. Op basis van deze interviews onderzocht zij of de zorg wel echt zo patiëntvriendelijk is als instellingen en beleidsmakers beweren.
Jan Vesseur – Project Hoofdinspecteur Patiëntveiligheid bij de Inspectie voor de Gezondheidzorg. Vesseur gaat in op de noodzaak van compassie voor patiëntveiligheid.
Elke de Quay – docente communicatie aan het UMC Utrecht en ervaringsdeskundige moeder van een meervoudig complex gehandicapte dochter. Zij richtte naar aanleiding van haar ervaringen ‘Beter in Gesprek’ op waar zij zich inzet voor een goede samenwerking tussen patiënten en medisch professionals.
Bram Hengeveld – gepassioneerd verpleegkundige, columnist bij het vakblad ‘Nursing” en zelf patiënt
Margreet van der Cingel – senior docent en onderzoeker Gezondheidswetenschappen, School of Healthcare, Zwolle, Lectoraat: Innoveren in de ouderenzorg. Zij houdt zich al ruim vier jaar bezig met onderzoek naar compassie in de (verpleegkundige) zorg.

woensdag 26 januari 2011

OPROEP: Meedoen aan focusgroepen met patienten en verpleegkundigen?

Uitnodiging aan verpleegkundigen en chronisch zieke ouderen
voor deelname aan 2 bijeenkomsten over Medeleven.

In verband met mijn onderzoek naar medeleven (compassie) ben ik op zoek naar senior-verpleegkundigen met minimaal 5 jaar werkervaring en chronisch zieke ouderen die hun ervaringen met medeleven in groepsbijeenkomsten willen delen. Het betreft een promotieonderzoek van Hogeschool Windesheim, lectoraat innoveren in de seniorenzorg. Het onderzoek wordt begeleidt door prof. M. Huijer van de Erasmus Universiteit Rotterdam. 

Doel onderzoek
In eerder onderzoek zijn ouderen en verpleegkundigen geïnterviewd over medeleven. Uit dat onderzoek bleek dat medeleven belangrijk wordt gevonden omdat verpleegkundigen die meeleven goed luisteren naar het unieke verhaal van de oudere met een chronische ziekte. De oudere voelt zich daardoor erkend. In aanvulling op dat onderzoek wil ik graag ouderen met een chronische ziekte, thuiszorg- en specialistisch verpleegkundigen of verpleegkundigen met veel ervaring in de zorg aan chronisch zieke ouderen met elkaar in gesprek brengen over hun ervaringen met medeleven. Met dit onderzoek hoop ik het belang van medeleven voor goede zorg door verpleegkundigen te onderbouwen en onder de aandacht te brengen.

Wat houdt deelname in?
U wordt gevraagd deel te nemen aan 2 bijeenkomsten van 3 uur, die door de onderzoeker worden begeleidt. In de 1e bijeenkomst staat de ervaring met medeleven van de oudere met een chronische ziekte centraal, in de 2e bijeenkomst de rol van de verpleegkundige. De groep bestaat uit maximaal 12  waaronder ouderen en verpleegkundigen. De deelnemers worden uitgenodigd in een zoveel mogelijk gelijke verhouding . U wordt gevraagd te luisteren naar een interview dat op dat moment  door de onderzoeker gehouden wordt met een oudere (1e bijeenkomst) en een verpleegkundige (2e bijeenkomst). Aan één van u wordt gevraagd of u deelnemer wil zijn aan het interview. Vervolgens wordt in een groepsbespreking uw aller mening gevraagd over medeleven zoals dat in het interview naar voren kwam. In het laatste deel van de bijeenkomst worden ervaringen met medeleven van alle deelnemers uitgewisseld om alle zaken die van belang zijn bij medeleven aan bod te laten komen. De bijeenkomst wordt opgenomen op video zodat de onderzoeker in de verwerking van de gegevens kan controleren wat er precies gezegd is. 

Wat gebeurt er met de onderzoeksresultaten?
Uw ervaringen en de bespreking daarvan in de groepsbijeenkomst worden verwerkt in een boek (het proefschrift) over compassie in de verpleegkundige zorg. Dit boek zal o.a. worden aangeboden aan de LEVV, V&VN, patiëntenbonden en andere, bij het onderzoek betrokken organisaties. Ook worden de resultaten betrokken in het ontwikkelen van lesprogramma’s voor verpleegkundigen en werkenden in de ouderenzorg. Met de resultaten van uw deelname wordt het mogelijk de uitkomsten van het eerdere onderzoek aan te vullen. Uw persoonlijke ervaringen blijven daarbij uiteraard anoniem. U kunt tussentijds aangeven te willen stoppen met deelname aan het onderzoek, wanneer u daartoe reden ziet.

Meer informatie?
Wanneer u over internet beschikt kunt u meer informatie over het onderzoek naar compassie lezen op: http://compassieverpleegkunde.blogspot.com
Op deze plek zijn ook de artikelen te vinden die over het eerdere onderzoek zijn geschreven. Wilt u de onderzoeker persoonlijk spreken of de artikelen per post opvragen voordat u beslist om mee te doen, mail of bel dan gerust (cjm.vander.cingel@windesheim.nl of 06-27100950).


Meedoen met het  onderzoek:
U kunt meedoen op de volgende geplande data:

1e bijeenkomst (ervaring oudere met chronische ziekte centraal)
30 Maart 2011 of 6 April 2011                                  tijd: 13.00 tot 16.00

2e bijeenkomst (rol van de verpleegkundige centraal)
13 April 2011  of              20 April 2011                                tijd: 13.00 tot 16.00

De bijeenkomsten vinden plaats in Zwolle op hogeschool Windesheim. Wanneer u zich opgeeft ontvangt u een routebeschrijving en verdere aanwijzingen waar u moet zijn.  Reiskostenvergoeding is in beperkte mate mogelijk. U kunt tot uiterlijk 7 maart 2011 reageren door te schrijven, te mailen of te bellen met de onderzoeker:

drs. Margreet van der Cingel
School of Healthcare, Hogeschool Windesheim
Campus 2-6, Postbus 10090, Zwolle
Telefoon: 06-27100950.


dinsdag 4 januari 2011

Artikel in Verpleegkunde

Zojuist (december 2010) is mijn artikel: Compassie in de verpleegkundige praktijk in het Nederlands-Vlaams wetenschappelijk tijdschrift verschenen!