maandag 5 september 2011

Verpleegkundig handelen: meer dan helpen alleen?

Zoals ik had beloofd volgt hier mijn reactie op het 2e artikel van mijn collega Bram Hengeveld waarin hij zich onder andere afvraagt of compassie methodisch is toe te passen en een link legt tussen mijn beschrijving van compassie en het begrip 'handelen' van de filosofe Hannah Ahrendt. Daarnaast doet hij een poging de dimensie helpen in de 4 fasen van zorg volgens JoanTronto in te passen, en behandelt hij en passant Van Heijst's Menslievende Zorg.

Methodisch compassioneel handelen?
In hoeverre compassie methodisch is toe te passen weet ik niet, ik heb participanten daar niet specifiek op bevraagd. Een zekere volgordelijkheid dringt zich in de beschrijving van de dimensies wel op, maar ik zou dat niet als vaststaand gegeven willen propageren. Eerder denk ik aan situationeel 'gebruik' van de dimensies. Je kunt, in analogie met de rouwfasen van Kubler-Ross, denken aan een individueel verloop dat in elke zorgrelatie een eigen invulling krijgt. In mijn verdere analyses, waarin ook een aanvullend focusgroep-onderzoek dat ik afgelopen voorjaar verrichtte is betrokken, blijkt overigens dat opmerkzaamheid, als specificatie van de dimensie aandacht, een rol speelt in de zorgrelatie tussen chronisch zieke oudere en zorgverlener. Die bevindingen zal ik overigens t.z.t. in mijn proefschrift publiceren.  Dat de beschrijving van mijn dimensies associaties oproepen met sociale/relationele vaardigheden is overigens natuurlijk volledig correct. Compassie is een construct, zoals ik eerder beschreef, waarin affectieve, cognitieve en wils- en gedragscomponenten te vinden zijn. Wanneer je de piramide van Bateson erbij pakt is ook duidelijk dat je capaciteiten/vaardigheden nodig hebt en dat deze tot uiting komen in je, al dan niet compassioneel gedrag. In dat verband is het onderzoek dat Uitterhoeve e.a. (2008, 2009) deed bij oncologieverpleegkundigen ook erg interessant vanwege de gebruikte categorisering in zowel de mogelijke signalen die een patiënt kan geven als de mogelijke adequate en niet adequate respons die verpleegkundigen kunnen geven.

Verpleegkundig handelen als 'praktijk'.
Dan legt Hengeveld een link tussen mijn beschrijving van de dimensie aandacht, waarbij 'de ontmoeting van mens tot mens' wat mij betreft een steeds terugkerende aangelegenheid is, en het begrip handelen volgens Ahrendt. Ik vrees dat het hier wat te ver voert om helemaal uit te pluizen of er steekhoudende argumenten zijn om (de dimensies van) compassie als Ahrendt's begrip handelen te beschouwen. Zo weet Van Heijst helder uiteen te zetten dat er aan Ahrendt's indeling van menselijke activiteiten in arbeiden, maken en handelen ook wel wat bezwaren kleven in relatie tot het begrip zorg of zorgen. Maar ik kan me goed vinden in Van Heijst' (2005) haar gebruik van Ahrendt's begrip wanneer ze stelt dat zorgen een vorm van handelen betreft, wanneer dat handelen wordt opgevat als praktijk (praxis) waarin mensen elkaar ontmoeten en waarin duidelijk wordt wie de ander is. Het 'elkaar leren kennen' als unieke mens helpt, ook volgens participanten in mijn onderzoek, de zorgrelatie vorm te geven als een goede zorgrelatie waarin compassie plaatsvindt. Wie je bent in relatie tot de ander is in het zorgen van belang, en bepaalt, steeds opnieuw, hoe die zorg er dan uitziet.

Professionaliteit versus betrokkenheid.
Vervolgens vraagt Hengeveld zich af of 'compassie een balansstok voor het koorddansen over de grens tussen betrokkenheid en professionaliteit kon zijn'. Ik vind het frappant, maar ook bezwaarlijk dat professionaliteit hier in, zo lijkt het, een tegenstelling tot betrokkenheid wordt geplaatst. Frappant, omdat inderdaad professioneel afstand houden als norm in de zorgende beroepsgroepen wordt gezien. Zo meldt bijvoorbeeld de Nationale Beroepscode in artikel 2.12 dat de professionele grenzen in acht moeten worden genomen, hetgeen doelt op onder andere machtsmisbruik, maar ook op het aangeven van de eigen grenzen. Wat daarmee bedoelt wordt is helaas niet nader toegelicht, maar ik stel me zo voor dat het dan ook kan gaan om het risico de narigheid en zorgen van een patiënt mee naar huis te nemen vanuit een, inderdaad, te grote betrokkenheid. Waarom vind ik het dan toch bezwaarlijk dat professionaliteit tegenover betrokkenheid geplaatst wordt? Omdat er volgens mij sprake is van een denkfout. Natuurlijk moet je zien te voorkomen ten prooi te vallen aan wat sommigen compassiemoeheid noemen (Knobloch Coetzee & Klopper, 2010), dat sluit echter nabijheid of betrokkenheid niet uit. Het betekent vooral dat je ook goed voor jezelf moet zorgen, om het maar eens populair te stellen. Je moet uiteraard in je werk de ander centraal stellen, maar dat kun je alleen doen wanneer je op andere momenten je eigen belangen behartigt. Dat neemt niet weg dat het moeilijk kan zijn om je te laten raken wanneer je bijvoorbeeld bang bent dat jouw eigen 'meelevende' emoties zoals angst en verdriet je teveel in de weg gaan zitten. De vraag is dan wel of het nog wel gaat over de emoties van de ander of dat er sprake is van projectie van eigen emoties.

Compassie en Zorg volgens Tronto
Tronto met haar 4 fasen van zorg geven een mooi houvast om te kijken naar de relatie tussen compassie en zorg. Ik kan in Tronto's  'Moral boundaries, a political argument for an ethic of care' niet zo terugvinden dat 'geraakt worden' pas in fase 4 zou plaatsvinden. Tronto benoemt vanuit de 4 fasen ook 4 ethische elementen van zorg. Ten eerste attentiveness, hetgeen je analoog zou kunnen stellen met de dimensie aandacht of opmerkzaamheid, Van Laere & Gastmans (2010) noemen dit in 'Zorg aan Zet' aandachtigheid. Dan als 2e ethisch aspect: responsability: verantwoordelijkheid, het zou interessant zijn Tronto's uitleg over dit begrip eens te vergelijken met de uitleg die Grypdonck er aan geeft, aangezien verantwoordelijkheid ook in haar theorie integrerend verplegen een centraal begrip is. Dan als 3e ethisch element: competence  hetgeen door Van Laere & Gastmans met deskundigheid wordt vertaald. Als laatste begrip noemt Tronto dan: responsiveness, responsiviteit, hetgeen een soort evaluatieve waarde betreft, waarin nagegaan wordt in hoeverre de gegeven zorg aan de zorgbehoefte heeft voldaan. Wanneer je kijkt naar 'geraakt worden' is dat het affectieve onderdeel van compassie, waarin je haast voelt (denk aan de spiegelneuronen), meevoelt met leed, verdriet, pijn van een ander. Dat gevoel is onderdeel van compassie en een aanleiding om vervolg te geven in gedrag zoals dat in de dimensies van compassie staat beschreven. Ik zou me ook kunnen voorstellen dat op gezette tijden dit gevoel van geraakt worden tijdens de zorgrelatie terugkomt bij een verpleegkundige. Als dat zo is, dan zou je denken dat geraakt worden als onderdeel van compassie in alle 4 fasen Tronto's ethic of care terug kan komen. Ook leuk om eens nader te onderzoeken! 
De dimensie helpen plaats Hengeveld in de 3e fase van care-giving: zorgen. In Tronto's definitie van deze 3e fase is zorgen 'the direct meeting of needs for care'. Dit is de fase waarin de praktische zorgverlening plaatsvind.  Hoe we dit daadwerkelijke handelen in Ahrendt's filosofie dan moeten beschouwen vind ik dan nog wel een lastige vraag, aangezien ze voor activiteiten die nodig zijn voor het voldoen aan de biologische behoeften van de mens de term arbeiden hanteert. Helpen van de zieke mens bestaat voor een deel uit dat routinematige zorgen voor voeding, drinken, lichamelijke hygiëne etc. Het zorgdragen voor het vervullen van die basale Mazlov behoeften wordt wellicht nog wel het meest geassocieerd met zorgen en verplegen. Maar in mijn onderzoek wordt onder helpen ook verstaan: meedenken en meedoen. Meedenken en daarop gevraagd en ongevraagd handelen in datgene wat patiënten als problemen ervaren. Dat soort handelen houdt meestal in dat er iets geregeld wordt, bijvoorbeeld het regelen van thuiszorg vanuit een ziekenhuisopname of het regelen van een afspraak of het bemiddelen tussen verschillende zorgverleners van een patiënt. Dat is wat we de regiefunctie, coördinatie van zorg of de 'advocaat van de patiënt'-rol van verplegen noemen. In dat soort helpen zit ook, naast het aspect deskundigheid van Tronto, ook heel sterk het aspect verantwoordelijkheid dat zij zelf aan de 2e fase 'taking care of' (zorg op zich nemen) koppelt. Ik wil maar zeggen: het is toch nog niet zo eenvoudig de dimensies van compassie 'in te delen'. 

Verpleegkundig handelen: Helpen en meer! 
Mijn overpeinzingen naar aanleiding van de door Hengeveld aangedragen ideeën leiden vooralsnog tot de conclusie dat de dimensies zich nog niet zo makkelijk laten vatten in categorieën of fasen in andere theorie, ongeacht of dit nu Ahrendt, Tronto of theorie die methodisch handelen als basis heeft betreft. Maar dat neemt niet weg dat het zeer de moeite waard is te blijven nadenken over verbanden tussen de uitkomsten van mijn onderzoek en theorie over (verpleegkundige) zorg. Want voortbouwen op al bestaande kennis voegt hopelijk kennis toe aan onze 'body of knowledge’, zoals dat zo mooi heet.
In een reactie op het blog van Hengeveld wordt een verband gelegd met nog een andere theorie, namelijk die van Jean Watson (Jean en geen Jane! zei de juf ). Dat is mooi opgemerkt want theorie uit de humanistische verpleegkunde, zoals van Watson, maar ook bijvoorbeeld Travelbee, heeft veel te bieden waar het gaat om het plaatsen van concepten zoals empathie en compassie in de verpleegkundige zorg. In mijn proefschrift zal ik mede daarom een hoofdstuk wijden aan compassie in verpleegkundige theorie en de geschiedenis van verpleegkundige zorg. 

Tot zover de dialoog tussen Hengeveld en van der Cingel voor dit moment, ik ben benieuwd naar eventuele reacties en verder: wordt vervolgd!