vrijdag 12 augustus 2011

Zorg geen core business voor verpleegkunde?

Naar aanleiding van de compassionforcare conferentie (http://www.compassionforcare.nl/ ) afgelopen voorjaar schreef mijn collega-spreker, verpleegkundige en columnist bij Nursing  Bram Hengeveld een 3-tal artikelen naar aanleiding van mijn onderzoek. Bij deze een reactie naar aanleiding van een literatuurverwijzing in het 1e artikel.
 
Het 1e artikel 'Compassie volgens van der Cingel, het grote gemis in de verpleegkunde'  geeft een prima verkorte weergave van mijn onderzoek. Hengeveld doet daarnaast een poging de discussie over de controverse kwalitatief en kwantitatief onderzoek in de verpleegkunde een slinger te geven, maar helaas reageert daar niemand op terwijl het hoogst interessante artikel van Paley (2002) waar Hengeveld naar verwijst toch genoeg aanleiding geeft. Paley doet namelijk op diverse fronten een aantal boude beweringen. Niet alleen doet Paley een stevige aanval op met name fenomenologisch onderzoek in de verpleegkunde dat wat hem betreft kennelijk geen echte wetenschap ('proper science') is ; hij stelt tevens dat 'caring' niet de kern van nursing is maar dat management van 'recovery en rehabilitatie' dat zijn. Zorg (caring) is wat hem betreft een extraatje en geen 'core-business' voor verpleegkundigen. Hij noemt met name Watson als exponent van de stroming verpleegkundige theoritici die dat wel doen. Mij lijkt dat hij daarmee een grote groep zorggebruikers, waaronder met name chronisch zieke ouderen voor wie herstel noch rehabilitatie (er is immers geen sprake van psychiatrische zorgvragen) niet aan de orde is,  in de kou laat staan. Om maar niet te spreken over de wijze waarop hij een aantal respectabele theoretici wegzet, maar dat terzijde. Daarmee is hij nog niet klaar, Paley tracht vanuit Nietzsche's Genealogy of Morality te verklaren dat de verpleegkunde als professie in een soort machtspolitieke strijd met het ' medisch model' is verzeild geraakt en dat bepaalde verpleegkundige theoritici daarmee de verpleegkunde tot moreel superieur aan het medische domein proberen te maken. Los van de vraag of deze beschuldiging terecht is; interessant aan deze redenatie is de poging om de verhouding tussen geneeskunde en verpleegkunde (of gaat het hier eigenlijk over de verhouding tussen artsen en verpleegkundigen?),  in termen van macht te analyseren. Jammer genoeg benadrukt Paley uiteindelijk vooral de impliciete veronderstelling dat de verpleegkunde zich pas bewijst wanneer ze 'echte' wetenschap gaat bedrijven. Mijn voorkeur zou toch zijn juist niet de machtspolitieke strijd aan te gaan en vooral om ons als verpleegkundige discipline niet als vanzelfsprekend in de positivistische traditie, waarin maar 1 waarheid en werkelijkheid bestaat, van het reductionistische 'medisch model denken' mee te laten zuigen. 
Het begrip compassie, volgens Nietzsche dan, haalt Paley ook nog aan, zonder overigens echt een relatie te leggen tussen zorg en compassie. Paley gebruikt 'pity' en 'compassion' als synoniemen. Hij geeft m.i. wel een correcte weergave van Nietzsche's opvatting over compassie, maar ziet helaas over het hoofd dat hier sprake is van een semantische verwarring, zoals ik bespreek in mijn 1e artikel 'Compassie als antwoord op leed. Daar beschrijf ik hoe Cartwright (1988) tot de conclusie komt dat Nietschze's 'Mitleid' over de  neerbuigende vorm van medelijden gaat en dat dit een andere emotie betreft dan compassie.   
 
Kortom, genoeg stof tot nadenken en discussie! Zeker gezien de uitkomsten van mijn mijn onderzoek (maar ja, dat is geen harde wetenschap...) die nu juist wel aanleiding geven te veronderstellen dat zorg,  'caring about', 'taking care' en 'care giving'  om met Tronto te spreken, en compassie wel degelijk kernconcepten voor de verpleegkunde zijn. Overigens heb ik inmiddels, in aanvulling op het door Hengeveld besproken onderzoek waarin ik verpleegkundigen en chronisch zieken individueel interviewde, 6 focusgroepinterviews gehouden. Ook hier sprak ik, in een gemengde groep-samenstelling, met chronisch zieke ouderen en verpleegkundigen-verzorgenden. Over de uitkomsten van dit onderzoek  zal ik uiteraard ook op dit blog gaan berichten. 
 
Wat betreft mijn reactie op de artikelen van Hengeveld: wordt vervolgd!

2 opmerkingen:

Bram Hengeveld zei

Inderdaad wil ik graag de discussie aanslingeren. Ik zie het belang en het nut van kwalitatief onderzoek in, maar herken toch ook een tekort aan kwantitatief onderzoek, of zelfs beroepsopstelling. Ook in de chronische zorg zou dit meer uit de verf kunnen komen. Zie bijv. de laatste richtlijn mbt smetten van de V&VN; zeer weinig hard wetenschappelijk onderzoek. Ik vind dat zorgelijk. Corebusiness? :)

Margreet van der Cingel zei

Tja, het is natuurlijk ook maar welke wetenschapsfilosofie je aanhangt... wie 'bewijst' mij dat 'harde' wetenschap de beste onderbouwing voor goede zorg aan bijvoorbeeld de chronisch zieke levert? Of zou het kunnen zijn dat het niet zo zwart-wit ligt? Hoe dan ook hebben beide invalshoeken zorg om de zorg :)